Op reis door Noorwegen!

Zaterdagochtend ging Michiel naar het oude centrum van Lærdal en het zalm museum, leuk om daar meer informatie over te krijgen. Julia, Thomas en ik gingen naar de speeltuin. Daarna reden we naar Kinsarvik. Wederom een mooie route, deze keer zelfs met rotondes in de tunnels. Het blijft bijzonder om door een tunnel te rijden, dan een brug of ferry op te gaan, en dan weer een tunnel in te rijden. 

We stonden drie nachten op een camping gericht op kinderen en er waren dan ook veel kinderen – Nederlandse kinderen zelfs – dus extra makkelijk samen spelen. 

Julia en Thomas hebben veel gezwommen in het (verwarmde) zwembad en ook in een (koud!!) meertje vlakbij. En gevoetbald, gemidgetgolft, gespeeld in het speeltuintje en op zo’n luchtkussen en natuurlijk gerummikupt. 

Een avondje hadden we zelfs een logee, want de moeder van Thomas’ vriendje was gevallen en moest naar het ziekenhuis een uur rijden vanaf de camping. Haar sleutelbeen bleek gebroken, balen! 

Super toevallig en leuk is dat opa Frans en oma Ria zo’n 45 jaar geleden op dezelfde camping hebben gestaan; dat wisten we niet van tevoren. 

Toen ik bij de receptie vroeg om een wasrek vertelden ze dat ze die niet hadden, maar dat je in de wasruimte de was kon drogen; dat bleek in een droger of een soort droogkast. Zo’n droogkast ik nog niet eerder gezien! 

Dinsdag vertrokken we uit Kinsarvik en reden we naar Tau. Langs de weg kochten we pruimen (die bleken heerlijk!). Net toen ik daar stond kwam de boer langs. Een heel trots Noors verhaal vertelde hij; jammer dat mijn Noors zo beperkt is dat ik er nagenoeg niets van begreep. Wel kon ik hem in het Noors bedanken. 

In Tau hebben we twee nachten in een tent geslapen, wat een prachtige plek! Een hostel met ontbijtbuffet, daar zijn Julia en Thomas (en wij ook) dol op! Bij de receptie mocht je biscuitjes pakken, daardoor Thomas ons altijd wel trakteren op een koekje uit zijn broekzak. We hebben gezwommen in het fjord, gewandeld, bramen en bosvruchten gezocht, broodjes gebakken boven het vuur en vanmorgen gesupt. Eerst met Thomas voorop, Julia achterop en ik aan het suppen. Daarna ging Thomas alleen. Hij ging vlot al ver het water op, vandaar dat we hem terug geroepen hebben zodat ik mee kon; Thomas suppen en ik als passagier. 

Vanmiddag zijn we naar Stavanger gereden, daar slapen we vannacht. Michiel is uit eten geweest met Yvonne, een vriendin van zijn middelbare schooltijd. En wij aten pannenkoeken. 

We hebben de hele reis af en toe regen, af en toe zon. Gelukkig vermaken we ons op regenachtige dagen ook goed en hebben we op elke plek ook zon gehad, waardoor zwemmen of suppen aantrekkelijker is. Meestal is het zo’n 15-20 graden. 

Thomas’ tand begon vlak voor vakantie te wiebelen; misschien gaat hij er wel uit in Noorwegen zeiden we. En ja hoor, vanmiddag had hij ineens zijn tand in zijn hand. Gelijk oma Ria en opa Frans en opa Roelof gebeld. 

Donderdag zijn we via route 55 (Sognefjellsvegen; de hoogste bergpasweg van Noord-Europa) naar Lærdal gereden. Onze route door Noorwegen loopt via veel scenic routes/turistvegene, dat is hoe we bepaald hebben wat we willen zien. 

Onderweg waren we op zoek naar een plekje waar Michiel als kind met Frans, Ria, Chris en Anke is geweest. De omgeving hebben we wel gevonden, de precieze steen niet. 

Via bergen met veel rotsen en sneeuw kwamen we voor het eerst aan bij de fjorden. Wat een andere wereld! 

We zijn voor het eerst met een ferry een fjord over gestoken. We reden door een tunnel, gingen vanuit de tunnel gelijk op de ferry en vanuit de ferry gelijk weer een tunnel in. Bijzonder! 

En na de tunnel was gelijk de camping. Daar is een grote skelterbaan bij, leuk spelen. 

Vrijdagochtend hebben we voor het eerst buiten ontbeten, zo fijn! 

Daarna reden we naar Flåm. Vanaf Lærdal kan je door de berg heen rijden of over de berg heen via de Aurlandsfjellet (sneeuwweg). In de ochtend zijn we er overheen gereden; een prachtige tocht van 2,5 uur. Wat ontzettend veel mooie natuur en zo divers. Mijn favoriete turistvei (toeristenweg) tot nu toe. 

Er staan veel stenen torentjes/mannetjes, ook Thomas en Julia hebben er eentje gebouwd. Het water in de rivieren en stroompjes is zo mooi blauw/groen of juist super helder. 

Vanuit het dal waar Flåm ligt gingen we met de Flåmsbana (trein) naar Myrdal op 866 meter hoogte reden en daarna weer terug naar het dal. Leuk om een ritje met de trein te hebben gemaakt. 

Terug naar Lærdal zijn we door de tunnel van 24,5 km lang gereden. Het is de langste wegtunnel ter wereld, de opvolger van de Zwitserse Gotthardtunnel. Na 20 minuten waren we er uit. In de tunnel was af en toe een verbreding waar de verlichting blauwig was en er prullenbakken langs de kant van de weg stonden. 

Terwijl bij ons huisje genoten van een wijntje en chips bouwden Julia en Thomas een huisje en bruggen van takjes.