Sognefjellsvegen, Lærdal en Flåm

Sognefjellsvegen, Lærdal en Flåm

Donderdag zijn we via route 55 (Sognefjellsvegen; de hoogste bergpasweg van Noord-Europa) naar Lærdal gereden. Onze route door Noorwegen loopt via veel scenic routes/turistvegene, dat is hoe we bepaald hebben wat we willen zien. 

Onderweg waren we op zoek naar een plekje waar Michiel als kind met Frans, Ria, Chris en Anke is geweest. De omgeving hebben we wel gevonden, de precieze steen niet. 

Via bergen met veel rotsen en sneeuw kwamen we voor het eerst aan bij de fjorden. Wat een andere wereld! 

We zijn voor het eerst met een ferry een fjord over gestoken. We reden door een tunnel, gingen vanuit de tunnel gelijk op de ferry en vanuit de ferry gelijk weer een tunnel in. Bijzonder! 

En na de tunnel was gelijk de camping. Daar is een grote skelterbaan bij, leuk spelen. 

Vrijdagochtend hebben we voor het eerst buiten ontbeten, zo fijn! 

Daarna reden we naar Flåm. Vanaf Lærdal kan je door de berg heen rijden of over de berg heen via de Aurlandsfjellet (sneeuwweg). In de ochtend zijn we er overheen gereden; een prachtige tocht van 2,5 uur. Wat ontzettend veel mooie natuur en zo divers. Mijn favoriete turistvei (toeristenweg) tot nu toe. 

Er staan veel stenen torentjes/mannetjes, ook Thomas en Julia hebben er eentje gebouwd. Het water in de rivieren en stroompjes is zo mooi blauw/groen of juist super helder. 

Vanuit het dal waar Flåm ligt gingen we met de Flåmsbana (trein) naar Myrdal op 866 meter hoogte reden en daarna weer terug naar het dal. Leuk om een ritje met de trein te hebben gemaakt. 

Terug naar Lærdal zijn we door de tunnel van 24,5 km lang gereden. Het is de langste wegtunnel ter wereld, de opvolger van de Zwitserse Gotthardtunnel. Na 20 minuten waren we er uit. In de tunnel was af en toe een verbreding waar de verlichting blauwig was en er prullenbakken langs de kant van de weg stonden. 

Terwijl bij ons huisje genoten van een wijntje en chips bouwden Julia en Thomas een huisje en bruggen van takjes. 

Fagernes en Bøverdalen (Jotunheimen NP)

Fagernes en Bøverdalen (Jotunheimen NP)

Zondag hebben we veel gerummikupt, een was gedraaid, gespeeld op de camping en zijn we in de middag naar Marcel, Manon, Rick, Hanna en Chris geweest. Ze bleken in de buurt van Fagernes te wonen. Marcel is een van de zonen van Henk-Klaas en Henriette, vrienden van Roelof uit Smilde. Marcel en ik waren aan het denken, wanneer zouden we elkaar voor het laatst gezien hebben? Een jaar of 20 geleden dachten we. We hebben een erg gezellige middag gehad; Julia en Thomas wilden zelfs liever daar blijven. 

Maandag reden we via de 51 richting Lom. Met een omleiding van 20 minuten, want gedurende die dag werd een brug afgesloten. Je kon geregeld zien dat er veel regen is gevallen de laatste tijd; woeste rivieren, aardverschuivingen, wegen waarvan een deel was weg gezakt, bomen die met hun stam in het water staan. 

Waar we eerst veel naaldbomen en ander groen zagen was het na Beitostølen ineens behoorlijk kaal. Grote rotsen en weids uitzicht. En voor het eerst sneeuw in zicht! Later kwamen we lager op de berg en nam de begroeiing toe. Veel begroeide rotsen, met wittige plantjes/mos. Als dat dezelfde plantjes zijn als waar de gids ons vandaag (woensdag) over vertelde dan halen rendieren daar hun vitamine C uit. 

Bij het Gjendemeer hebben we gewandeld, zo mooi daar!! Het wandelpaadje was extra avontuurlijk door het water dat er soms door stroomde. Heerlijk klimmen en klauteren. 

Vaak wordt aan oma Marianne gedacht en mooie stenen gezocht en weer verstopt of een torentje van gemaakt. De andere opa’s en oma’s waren ook in gedachten; bij het Gjendemeer hebben ze voor iedereen een mooie steen uitgezocht en daarna in het water gegooid. 

In Lom hebben we de staafkerk bekeken en lekkers gehaald bij de bakkerij. Daarna reden we door naar Bøverdalen, waar we verblijven in een erg leuke hut (Raubergstulen op 1000 meter boven zeeniveau). 

Dinsdag was een regenachtige dag. Super mooi, hoe de wolken tussen de bergen hangen. En soms volledig rondom de hut, waardoor het overal wit is. 

We gingen op zoek naar een bijl, want we mogen vuur maken in de hut en dat doen we graag. En vuur maken gaat natuurlijk gemakkelijk wanneer je het hout klein genoeg kan maken 😉 We zijn geslaagd en ik schrijf dit bij het vuur. Heerlijk! 

Ook zijn we naar het berg museum geweest; Norsk Fjellsenter. Erg leuk en interactief. Met o.a. een mammoet (groot!), een baby mammoet waar je op mocht zitten, een ruimte waarin je met zand en stenen kon bouwen (Julia en Thomas bouwden als echte Hollanders een dijk) en een stuk waar je met zand een landschap kon creëeren met bergen en dalen en het dan zogenaamd kon laten regenen. 

Al een aantal keer kwamen we koeien en schapen (compleet met klingelende bellen) tegen op de weg. We hopen rendieren te zien, wie weet! 

Woensdag gingen we naar Klimapark 2469. Wat fantastisch! 

Er heen rijden was ook al bijzonder; over de hoogst gelegen weg van Noord-Europa. De parkeerplaats was 1840 meter boven zeeniveau. Ook de twee hoogste bergen van Noorwegen zijn daar, door de mist konden we ze niet zien. Glittertind (2464 meter boven zeeniveau) en Galdhøpiggen (2469 meter hoog). Jaren geleden was de Glittertind de hoogste berg, maar er is sneeuw van de berg gesmolten en daardoor is Galdhøpiggen nu de hoogste berg van Noorwegen. Door de mist konden we het geglitter van de zon op de gletsjer van de ‘glitterberg’ niet zien. 

We zijn doorgereden naar de plek waar je kan zomer skiën. Heel ontspannen leek ons dat niet, de sneeuw was papperig en hoger op de berg erg ijzig hoorden we. Daarom nam af en toe iemand een emmer zout mee de lift in. We vermoeden om het ijzige papperiger te krijgen. Later hoorden we dat het skien op een gletsjer is. Omdat de gletsjer langzaam beweegt moet elke zoveel jaar de skilift verplaatst worden. 

Toen door naar de tour, met een gids. Gedurende een wandeling van 1 kilometer (en 1,5 uur) kregen we heel veel uitleg over klimaatverandering. Soms wat te lang volgens de kinderen. 

Zo vertelde de gids dat konijnen in de winter een witte, warmere vacht hebben en in de zomer een grijzigere vacht; zodat ze per seizoen zich goed kunnen verschuilen. Door de opwarming van de aarde en daardoor kortere winters, kunnen konijnen de aangepaste seizoenen niet bijbenen en hebben ze nog een witte vacht terwijl de sneeuw al gesmolten is. Dat is natuurlijk niet handig wanneer ze zich willen verstoppen tussen de grijze stenen. 

En we hoorden over de glacier buttercup, een bloemetje dat er wel 7 jaar over doet om van zaadje tot bloemetje te groeien. Tevens favoriet eten van konijnen. 

Boven aangekomen mochten we in een ijstunnel, met ijs van wel 7000 jaar oud! 

Thomas vertelt: Het was een mooie dag en we hebben veel ijs gezien. We hebben lekker gelopen. Het leukste vond ik dat we in het ijs mochten gaan. De gids vertelde dat de grond altijd bevroren is (permafrost) bij de berg. We deden een proefje: we moesten allemaal gaan springen en toen begon de grond ineens te bewegen als een waterbed. Dat komt omdat de ijsbelletjes gingen ploffen. 

In de ijstunnel zagen we voorwerpen van 1500 jaar geleden; speren, schoenen en stokken waarvan rendieren schrokken, zodat ze richting de jagers renden. 

Het ijs was soms in mooie vormen gemaakt, geïnspireerd door Noorse mythologie. De levensboom, een wereldbol, draak/slang, glijbaan, pilaren, een ‘tribune’ waar we konden zitten om kort een filmpje over de aanleg van de tunnel te bekijken. 

Daarna hebben we warme chocolademelk gedronken bij Juvasshytta. Door de permafrost staat het gebouw schots en scheef. Thomas ging voetbal kijken, Julia kleuren en het poppenhuis inrichten en Michiel en ik naar buiten kijken. 

Vanavond hebben we gegeten bij het restaurant van Raubergstulen, wat een uitzicht! En morgen rijden we weer verder.